Column Bas Timman: met gezond verstand op weg naar 2020
Gepubliceerd op: 06 mei 2019
Je kan al jarenlang geen krant openslaan of het gaat over de jeugdzorg. Het gaat dan niet zo zozeer over de mooie resultaten die jeugdhulpverleners en pleegouders behalen samen met gezinnen, kinderen en jongeren. Nee, in de meeste gevallen gaat het over de tekorten bij de gemeenten of de vraag hoe het verder moet met al die aanbestedingen.
Recentelijk riep onze minister van VWS, Hugo de Jonge, dat de marktwerking in de zorg is doorgeslagen. In zijn ogen schieten als gevolg van de marktwerking nieuwe aanbieders als paddenstoelen uit de grond. ‘Uurtje factuurtje’ is de norm geworden in de zorg met alle gevolgen van dien. Hugo de Jonge heeft het zelfs over een “ongezonde cocktail". De zorg heeft meer samenwerking en minder markt nodig, “anders houden we het niet vol” stelt hij uiteindelijk.
De schaduwkanten van marktwerking
Met stijgende verbazing en verwondering lees ik dergelijke uitspraken. Hoe kan het toch dat we nu pas een dergelijke dialoog in de politiek gaan voeren. Bij de invoering van de nieuwe Jeugdwet heb ik de politiek niet gehoord over de schaduwkanten van marktwerking bij het bieden van jeugdhulp. Ik vrees zelfs dat geen politicus zich realiseert dat aanbesteden betekent dat de jeugdhulp in kavels of percelen moet worden aanbesteed. Dat gedurende de aanbesteding aanbieders en gemeenten maanden niet met elkaar mogen spreken en goed samenwerkende zorgaanbieders en professionals opeens elkaars concurrenten worden. Vervolgens worden jeugdhulpverleners gedwongen om net als in de bouw te praten en te denken in hoofd- en onderaannemerschap. In mijn ogen allemaal vervreemdende taal die ons alleen maar afleidt van de werkelijke bedoeling van de Jeugdwet.
Ongedeelde hulp voor het ongedeelde kind
De bedoeling van de nieuwe Jeugdwet was juist het afbreken van schotten tussen instellingen, disciplines en professionals. Niet concurreren, maar juist samenwerken om de meest passende hulp te bieden voor kwetsbare gezinnen, kinderen en jongeren. Bij Jeugdformaat noemden wij dat al 10 jaar geleden: ongedeelde hulp voor het ongedeelde kind. Kinderen en gezinnen laten zich niet opdelen in ‘percelen of kavels’. Vanuit deze visie werken we dan ook al heel lang samen met de Jeugd GGZ, de zorg voor kinderen met een licht verstandelijke beperking en met het onderwijs. Onze succesvolle samenwerking met de Jeugd GGZ, de LVB en onderwijs in de Jeugdzorgplus voorziening Schakenbosch, maar ook onze integrale ambulante teams in Delft, Zoetermeer en Den Haag zijn daar mooie voorbeelden van.
“Niet concurreren, maar juist samenwerken rond het gezin en de hulpvraag blijft ons uitgangspunt.”
Ook naast deze samenwerkingsverbanden zie ik in de praktijk van alle dag dat de hulpverleners van Jeugdformaat altijd actief de samenwerking zoeken met andere zorgaanbieders of disciplines. Jeugdformaat kent dan ook niet enkele samenwerkingspartners maar misschien wel een paar honderd. Allemaal vanuit gedachte om de meest passende hulp rond het gezin, het kind of de jongeren te organiseren. Als je een deel van de hulp niet zelf kan bieden, dan zoek je dit deel samen met de hulpvrager bij een andere zorgaanbieder. Ongedeelde hulp is voor mij dan ook gewoon met gezond verstand de best passende hulp organiseren voor onze gezinnen, kinderen en jongeren. Vanuit deze visie gaan we Vanuit deze visie gaan we dan ook de komende aanbesteding 2020 tegemoet.