
Anne Wieke Kragtwijk (Slapende honden? Wakker maken!) en Mirjam Koornneef (Systeemtherapeutisch werker / Slapende honden? Wakker maken!) werken beiden als co-behandelaar bij Jeugdformaat. De functie bestaat sinds 2020 en is onderdeel van diagnostiek en behandeling. Onlangs volgden zij samen met andere co-behandelaren de training “Een Taal Erbij”, een systeemgerichte interventie met duplo poppetjes.
Een nieuwe taal met poppetjes, blokken, touwtjes en schatkisten
Het lijkt op het eerste gezicht misschien kinderachtig, werken met speelgoed. Maar voor Anne Wieke en Mirjam is het tegenovergestelde waar. Door ingewikkelde situaties neer te zetten met poppetjes, ontstaan er andere en nieuwe inzichten. Je kijkt vanaf een afstandje, samen met de cliënt naar de situatie. “Er ontstaat als het ware een nieuwe taal,” zegt Anne Wieke. “Het helpt om dingen zichtbaar te maken die eerder onbesproken bleven. Je beeldt de interactie tussen mensen uit en kunt verbanden gaan leggen, zowel met de ander als met eigen gedachten en gevoelens en met het verleden van de persoon.”
Mirjam vult aan: “Je kunt er van alles bij gebruiken. Een touwtje bij twee poppetjes om een verbinding of juist afstand te laten zien. Of schatkistjes: waarden die de ouder het kind graag wil meegeven, goede intenties en talenten van de ouder. Zo kan je positief heretiketeren door bijvoorbeeld de betekenis achter “strenge woorden" van de ouder ten aanzien van een kind uit te beelden als een schatkistje met positieve verlangens ten aanzien van het kind. Er zijn ook schade tekentjes, die pijn en verdriet vertegenwoordigen. En daarbij de copingmechanismen. Alles mag op tafel.
Anne Wieke: “Doordat je het gedrag van het kind naast het gedrag van de ouders zet, en vervolgens ook kijkt naar hún jeugd, kan er ruimte onstaan om anders te kijken. Doordat je het probleem op tafel zet, externaliseer jet het en kan je er letterlijk met elkaar naar gaan kijken. Ouders kunnen makkelijker stil staan bij: wat voel ík eigenlijk? op het moment dat je bijvoorbeeld samen de afstand tussen poppetjes bepaalt. En dan ontstaat er ruimte voor hoe het voor het kind zou kunnen voelen.”
Van afstand krijg je inzicht
“Vanuit het systemische denken, geloven wij dat we een kind niet kunnen helpen, zonder dat we ouders en het systeem waar een kind onderdeel van is, gaan betrekken. De hele context is belangrijk, zowel vanuit het hier en nu als vanuit het verleden. Veel ouders worstelen met ingewikkeld gedrag van hun kind, zegt Mirjam. “Ze willen graag een training of therapie voor hun kind”. Wanneer de ouder betrokken wordt en situaties met poppetjes op tafel staan, kunnen ouders kijken naar en nadenken over interactiepatronen en invloed van eigen aandeel. Er samen naar kijken, maakt het meer voelbaar en tegelijkertijd makkelijker te verdragen, doordat er met enige afstand en in de derde persoon wordt gesproken.
Anne Wieke herkent dat. “Het creëert meer afstand. Je zegt niet: wat voel jíj? Maar: wat voelde zíj, dat poppetje? Dan komt er ruimte om echt te kijken naar wat er speelt.” Je kunt checken, staat ieder op de juiste plek, voelt ieder zich gezien? Staan er obstakels tussen poppetjes, waardoor iemand niet gezien of gehoord wordt?
Mirjam vertelt dat zij de methode bij intervisie een aantal keer heeft gebruikt. Complexe situaties worden neergezet en mij als hulpverlener wordt gevraagd: waar staat jouw poppetje binnen dit systeem? En wat maakt dat zij daar staat, wat gebeurt er als zij daar gaat staan? Staat ze te hoog of kijkt ze naar een kant? Het belang van meerzijdig partijdig blijven, kan goed in beeld worden gebracht. Het geeft dan inzichten in een situatie, ook vanuit je eigen stuk.
Een ander voorbeeld is “Een moeder en dochter die steeds ruzie hadden. De moeder snapte niet waarom haar dochter zo boos werd. Ze werd er zelf ook boos van. Er werd een klein poppetje neergezet voor de machteloosheid van moeder en een voor haar eigen triggers vanuit haar eigen geschiedenis. Er ontstond inzicht: het is niet alleen de boosheid van het kind, maar er is meer wat invloed heeft op de ruzies.
“Wat ik zo sterk vind,” sluit Mirjam af, “is dat je samen met de cliënt een puzzel legt. Het is niet: ik stel vragen, jij geeft antwoord. Nee, je onderzoekt samen. En dat maakt mensen veel actiever. Je doet dit echt sámen.”
Wanneer zet je het in?
“Voor heel veel situaties,” zegt Anne Wieke. “Als we als co-behandelaar zelf meer inzicht willen, als we de cliënt willen laten vertragen, als het complex is. Dan zeg ik: zullen we het eens neerzetten met poppetjes?”
Wat begon als ‘werken met poppetjes’ blijkt een ingang naar diepere lagen, meer erkenning en nieuwe perspectieven. En dat, zo vinden Anne Wieke en Mirjam, is misschien wel de grootste kracht van deze fijne methode.