Jennifer (gedragswetenschapper) en Anouk (pedagogisch medewerker) werken samen bij de behandelonderwijsgroep van Jeugdformaat in Zoetermeer. Hier krijgen kinderen die (nog) niet meekomen in het reguliere onderwijs een intensief traject, waarin onderwijs en behandeling hand in hand gaan. Dit houdt in dat kinderen een halve dag in de klas doorbrengen en de andere helft van de dag in een behandelgroep.
De kern van de behandelonderwijsgroep
“De kern is dat we samenwerken met onderwijs. In de behandelgroep werken we vooral aan sociaal-emotionele doelen, terwijl kinderen op school juist oefenen met onderwijsvaardigheden. Binnen 9 tot 12 maanden proberen we ze klaar te stomen om weer door te stromen naar (speciaal) onderwijs.” Vertelt Jennifer.
Daarop vult Anouk aan: “Kinderen zijn een halve dag in de klas en een halve dag bij ons in de behandelgroep. Het is een intensief traject, waarin we veel aandacht geven aan structuur, leren omgaan met emoties en het versterken van het zelfbeeld.”
De kinderen die starten bij de behandelonderwijsgroep zijn vaak uitgevallen in het reguliere onderwijs of nog niet toe aan een schoolomgeving. Soms is er sprake van ADHD, autisme of trauma’s. Jennifer: “Dat kan van alles zijn: van een nare ervaring tot ingrijpende situaties zoals huiselijk geweld of een scheiding. Wij kijken wat een kind nodig heeft om zich veilig te voelen en weer stappen te maken richting onderwijs.”
Hoe ziet een dag eruit?
De dag begint altijd met een vaste opening, gevolgd door buitenspelen, samen eten en spelmomenten. Alles heeft een doel. Jennifer: “We leren kinderen bijvoorbeeld hoe ze hun vinger opsteken, omgaan met teleurstellingen of juist dingen doen die ze zelf niet zouden kiezen. Om hen uit sommige comfortzones te halen en te leren dat er meer in het leven is. Het lijkt spelen, maar achter alles zit eigenlijk een leermoment.”
Ook wordt gewerkt met methodes als Rots & Water, Floorplay, Geef me de 5 en Het Kleurenmonster. “Soms passen we die toe in de groep, soms heel gericht op één kind. Het is altijd maatwerk.” Zegt Anouk.
Samenwerking met gezin en school
Elk kind krijgt een mentor en een ambulant hulpverlener. Beiden gaan ook bij gezinnen thuis op bezoek, elk met een eigen doel. Anouk: “Dat maakt het uniek: ouders of verzorgers worden vanaf het begin betrokken. We bespreken samen de doelen, waardoor we niet alleen op de groep werken aan de ontwikkeling, maar ook thuis.”
Daarnaast is er nauwe samenwerking met het onderwijs. “We stemmen continu af: wat zien jullie in de klas, wat zien wij in de groep en hoe sluiten we dat op elkaar aan?” Vertelt Jennifer.
De start is vaak spannend. Kinderen die zeggen “school is niet leuk” of ouders of verzorgers die het gevoel hebben dat hun kind steeds wordt afgewezen. Anouk vult aan: “Bij ons zijn kinderen welkom zoals ze zijn. We begeleiden ze stap voor stap, zodat ze ervaren dat school wél leuk kan zijn.”
Jennifer: “Het mooiste vind ik dat kinderen die in het begin boos of teruggetrokken waren, na een tijdje met een glimlach weggaan en zeggen: ik ga jullie missen. Dat laat zien dat we hier iets hebben kunnen betekenen.”
Als er gekeken wordt naar kinderen die beide dames zijn bijgebleven weet Jennifer het meteen. “Ik denk aan een jongetje dat heel timide begon. Hij had autisme, maar zijn ouders wisten niet goed hoe ze hem konden helpen. Op de peuterspeelzaal was hij vaak in paniek. Door hem veel één-op-één momenten te geven, zagen we hem letterlijk groeien: van altijd met een mutsje op en hoofd naar beneden, naar een kind dat ons zelf om hulp vroeg en trots doorstroomde naar school. Zijn moeder vertelde me onlangs dat het nog steeds heel goed gaat.”
Anouk vult aan: “Wat dit zo bijzonder maakte, was ook de rol van de ouders. Zij pakten thuis alles mee op. Dan zie je dat een kind én de ouders samen groeien. Dat maakt in dit soort situaties echt het verschil.”
Net als een gewone school
Ondanks de intensieve behandeling proberen Jennifer en Anouk zoveel mogelijk aan te sluiten bij het normale schoolleven. “We maken schoolfoto’s, doen schooluitjes, vieren Kerst en Pasen, en zelfs Nationale Pannenkoekendag ontbreekt niet. Alles om kinderen het gevoel te geven dat het er net zo aan toe gaat als op een gewone school.”

