Binnen bij gezinshuizen: in gesprek met ambulant hulpverlener Heleen

Heleen werkt vier jaar als ambulant hulpverlener binnen de gezinshuizen van Jeugdformaat. Hiervoor werkte ze bij Jeugdbescherming West, waar ze de gezinnen juist aan de voorkant van het jeugdzorgtraject ontmoette. “Ik wilde meer met mijn voeten in de klei. Dichter bij de kinderen, de ouders en de dagelijkse realiteit. Dat heb ik hier gevonden.”

Een thuis zolang het nodig is

Tijdens haar werk bij Jeugdbescherming West had Heleen al positieve ervaringen met de gezinshuizen: “Jaren geleden heb ik kinderen in gezinshuizen geplaatst. Ik vond dit toen al een mooie vorm van jeugdhulpverlening.” Wat Heleen aan het begin van haar nieuwe stap als ambulant hulpverlener verbaasde, is dat kinderen soms jarenlang in een gezinshuis wonen. “Toen ik als jeugdbeschermer werkte, werd er altijd hard gewerkt om kinderen binnen twee jaar door te laten stromen naar een andere plek. In sommige gevallen kon een kind binnen die periode weer terug thuis wonen, maar als dit (nog) niet mogelijk was, werd een kind vaak doorgeplaatst naar een pleeggezin of een andere voorziening. Nu zie ik in de gezinshuizen dat kinderen hier echt opgroeien. Dat is heel goed, want dit geeft stabiliteit en rust. Gelukkig werken we tegenwoordig ook veel meer dan vroeger samen met de ouders en het netwerk. Zo snel mogelijk terugkeren naar huis is altijd het uitgangspunt, maar soms is dit helaas (nog) niet mogelijk na een aantal jaar. Dat kinderen dan langdurig opgroeien binnen een gezinshuis, vind ik een positieve ontwikkeling.”

Veelzijdigheid en samenwerking

Heleen begeleidt vijf gezinshuizen. “Ik ben onderdeel van de kernteams van de gezinshuizen,” legt ze uit. “Ik bewaak de regie, heb contact met ouders, scholen, het netwerk, de jongeren zelf en de gezinshuisouders. We kijken samen naar wat nodig is voor ieder kind. Soms is dat praktische ondersteuning, soms juist een goed gesprek.” Ze ondersteunt ouders en past zichzelf aan naar hun behoeften: “De ene ouder heeft behoefte aan wekelijkse gesprekken, de andere ouder zie ik weinig. Het ligt maar net aan de situatie hoeveel contact zij nodig hebben.”

Het werk als ambulant hulpverlener binnen gezinshuizen is veelzijdig en vraagt veel samenwerking: “Het kernteam bestaat uit de gezinshuisouder, ambulant hulpverlener, gedragswetenschapper en pedagogisch medewerker. Even snel overleggen, afstemmen, samen dingen oplossen; het geeft een echt teamgevoel.” Soms mist Heleen het werken in een groot team op kantoor, zoals bij haar vorige baan. Maar gelukkig vindt ze die verbinding met collega’s juist in het kernteam: “We zijn hecht en we weten wat we aan elkaar hebben.”

Net als in een gezin

Een onderdeel van het werk dat Heleen echt voldoening geeft, is dat kinderen in een zo normaal mogelijk gezin opgroeien. “Ik zie kinderen echt opbloeien” vertelt Heleen. “In één van de gezinshuizen waar ik aan verbonden ben, wonen twee jongetjes en een meisje. Zij zijn broertjes en zusje van elkaar. Ik zie hoe ze ook écht broer en zus zijn: elkaar uitdagen, met elkaar spelen, lachen en keten, precies zoals het in een echt gezin ook zou gaan. Ik vind dat prachtig om te zien.” Ook spreekt Heleen haar trots richting gezinshuisouders uit: “Elk gezinshuis heeft zijn eigen kracht. Eén van de gezinshuisouders met wie ik werk, maakt er bij iedere gelegenheid een groot feest van. Bij verjaardagen is alles versierd, tijdens Sinterklaas mogen kinderen wel 10 keer hun schoen zetten en tijdens de vakanties worden er leuke uitjes georganiseerd. Bij andere gezinshuisouders is dit minder, maar zij zijn bijvoorbeeld weer enorm goed in jongeren richting zelfstandigheid helpen en gesprekken voeren. Ik geniet ervan om gezinshuisouders hierin te ondersteunen. En kinderen zichzelf zien ontwikkelen, maakt dit werk zo waardevol.”

Vanuit vertrouwen

Als ambulant hulpverlener ben je er vaak op de moeilijke momenten. Wanneer een gezinshuisouder advies vraagt, of wanneer een ouder ondersteuning nodig heeft. “Eén van de ouders met wie ik vaak contact heb, is een vader met zware psychische problemen. Hij is lastig om mee samen te werken en vertrouwt niemand. Mij laat hij gelukkig wel binnen. Toen deze vader eens enorm in paniek was en nergens terecht kon, belde hij mij zelf op. Dat vertrouwen, dat je iemand mag helpen om weer tot rust te komen in een lastige situatie, is heel bijzonder om te ontvangen.”

Het mooiste werk dat er is

“Soms denken hulpverleners dat een kernteam lastig is om mee samen te werken,” vertelt Heleen. “Maar dat zie ik niet zo. Natuurlijk zijn er uitdagende situaties, maar de samenwerking hierin maakt het werk juist heel waardevol. Wat het werk onderscheidt van andere functies in de jeugdzorg? “De langdurige betrokkenheid. Je bouwt een band op met de kinderen en jongeren, gezinshuisouders, de ouders, het netwerk en het kernteam. Ik wil een gezin niet achterlaten na een kort traject, maar meebouwen aan hun toekomst. Werken binnen gezinshuizen geeft mij die mogelijkheid.

Heleen hoeft niet lang na te denken over de vraag wat ze tegen andere ambulant hulpverleners zou willen zeggen die twijfelen over werken binnen gezinshuizen: “Gewoon doen! Het is prachtig werk. Geen dag is hetzelfde, je leert elke dag en je doet het samen met een gezellig, betrokken team. Het is uitdagend, maar ik vind het echt het mooiste werk dat er is.”