Binnen bij Gezinshuizen: in gesprek met gedragswetenschapper Anne-Marie

Al ruim twaalf jaar is Anne-Marie den Haan als gedragswetenschapper betrokken bij de gezinshuizen van Jeugdformaat. Ze begon ooit als ambulant hulpverlener en werkte als gedragswetenschapper bij Ambulante Spoedhulp, maar vond in de gezinshuizen haar plek. “Ik dacht altijd: na een paar jaar wil ik weer iets nieuws proberen. Maar hier blijf ik leren. Het werk heeft zóveel lagen. Je gaat echt de verbinding aan met de cliënt, het netwerk en het kernteam. Hierdoor kan je ontzettend veel voor het kind en het systeem betekenen.”

De kracht van het kernteam

Binnen de gezinshuizen werkt Anne-Marie nauw samen met gezinshuisouders, ambulant hulpverleners en pedagogisch medewerkers. “Mijn rol is vooral adviserend: binnen het kernteam geef ik consultatie en advies. Ik denk mee over het gedrag van een kind of ouder, en bespreek met de pedagogisch medewerker, ambulant hulpverlener en gezinshuisouder wat er moet gebeuren om dit gedrag te veranderen. Soms belt een gezinshuisouder gewoon even om stoom af te blazen, en dan denk ik mee over wat er op dat moment nodig is. We zijn een sterk team rondom het kind, en dat kan alleen als er vertrouwen is. Dat hebben we opgebouwd met elkaar, en ik ben daar vaak op teruggevallen.”

Dat samenwerken gaat diep, vertelt ze. “Je investeert niet alleen in het team, maar ook in het netwerk van de cliënten. Het vraagt om verbinding: naast iemand kunnen staan. Pas dan ontstaat er ruimte om het over alles te hebben.”

Complex en betekenisvol

De complexiteit van het werk is precies wat Anne-Marie zo aanspreekt. “Je hebt te maken met het kind, het netwerk, collega’s en het systeem. Door de verbinding aan te gaan met al deze verschillende lagen kun je veel doen rondom het kind. De problematiek is vaak zwaar, maar juist dat maakt het interessant. Het biedt veel kansen om als gedragswetenschapper te groeien en jezelf te ontwikkelen op systemisch vlak én op menselijk vlak.”

“Hiervoor doe ik het.”

Een herinnering die Anne-Marie altijd bijblijft, gaat over een jongen die jaren in een gezinshuis woonde. “Ik kende hem al lang en heb veel gesprekken met hem gehad. Toen de gezinshuisouder plotseling overleed, zijn de ambulant hulpverlener en ik meteen naar het huis gegaan. We hebben hem opgevangen en konden er voor hem zijn. Dat was intens, maar het heeft gezorgd voor een bijzondere band. Inmiddels heeft die jongen een eigen gezin, en binnenkort ga ik zelfs op kraamvisite. Je mag tijdelijk meelopen op iemands pad, en even dat gevoel geven: je bent niet alleen.”

Geen dag hetzelfde

Een gemiddelde werkdag? Die bestaat eigenlijk niet. “Een belangrijk onderdeel van mijn werk is om te monitoren: wat heeft het kind nodig? Is het gezinshuis passend? Werken we nog steeds aan de juiste doelen met het kind en het netwerk? Soms ben ik aanwezig bij een overleg, soms doe ik psycho-educatie met een jongere, soms voer ik moeilijke gesprekken met ouders of het netwerk. En als er meer diagnostiek nodig is, kijk ik goed wie dat het beste kan doen. In sommige situaties zorgt het voor onrust als ik naast de adviesrol ook de rol van diagnosticeren en behandelen op me neem. Hiervoor schakel ik dan weer met een andere gedragswetenschapper. Het vraagt continu afstemming en samenwerking.”

We doen het samen

Dat afstemmen gebeurt vooral binnen het kernteam. “Ik ben al acht jaar betrokken bij een gezinshuis waar een meisje een moeilijke periode doormaakte. We zaten met elkaar om haar heen en hebben samen gekeken hoe we haar het beste konden helpen. Dat voelde zo sterk: we hielpen haar samen en laten elkaar niet vallen. Hoe zwaar het soms ook is, we blijven samen zoeken naar wat beter kan.”

Elkaar leren begrijpen en vertrouwen

Er bestaan volgens Anne-Marie misvattingen over werken binnen gezinshuizen. “Sommige gedragswetenschappers denken misschien dat werken binnen gezinshuizen ingewikkeld kan zijn, omdat je met zoveel mensen te maken hebt. Maar juist daar zit de kracht van dit werk: je moet elkaar leren begrijpen en vertrouwen. Als ik het ergens niet mee eens ben, benoem ik dat en gaan we binnen het kernteam het gesprek aan. Want we hebben elkaar nodig.” Waar het werk binnen Diagnostiek & Behandeling binnen andere hulpvormen soms snelle processen kunnen zijn, vergt het binnen de gezinshuizen meer verdieping, vertelt Anne-Marie: “Je rond casussen niet snel af, maar je gaat een relatie aan met alle disciplines rondom het kind heen. Je hebt hierdoor meer tijd om aan hulpvragen te werken en de verdieping op te zoeken.”

Anne-Marie ziet dat het Verandertraject voor gezinshuizen binnen Jeugdformaat veel in beweging brengt. “Er wordt opnieuw gekeken naar wat gezinshuizen nodig hebben en hoe we samen eigenaarschap kunnen nemen. De motivatie is groot: we willen het goed doen en onze schouders eronder zetten.”