Binnen bij Gezinshuizen: in gesprek met gezinshuisouder Gerlinde

Gerlinde is 5 jaar gezinshuisouder bij Jeugdformaat. Als gezinshuisouder biedt zij kinderen die (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen dag en nacht een veilig en warm thuis. Een uitdagende baan, maar Gerlinde haalt veel energie, voldoening en vreugde uit haar werk. In het Simba gezinshuis werkt zij intensief samen met de ouders en het netwerk, met als doel de gezinnen te versterken waardoor de kinderen op termijn weer terug thuis kunnen wonen.

Simba gezinshuis

“In ons gezinshuis wonen vijf gezinshuiskinderen, naast onze eigen twee kinderen. Op dit moment zijn wij een huis vol pubers. De jongste is 14 en de oudste is 21 jaar”, vertelt Gerlinde. Zij heeft altijd in de jeugdhulpverlening gewerkt: “In mijn vorige baan begeleidde ik complexe gezinnen. In die functie lag de focus vaak op de begeleiding van het kind, en minder op de begeleiding van de ouders. Ik wilde me juist ook graag bezighouden met de groei van ouders, zodat zij weer in hun kracht komen te staan. Toen ik hoorde over de Simba-methodiek bij Jeugdformaat, waarbij kinderen in een gezinshuis wonen, maar ouders actief betrokken blijven, vielen voor mij alle puzzelstukjes op hun plek. Dat was precies wat ik wilde doen. Samen met mijn man en kinderen zijn we toen dit avontuur aangegaan.”

Gerlinde is toen een Simba gezinshuis gestart: “Dat betekent dat broertjes en zusjes zoveel mogelijk samen kunnen blijven. Het doel is om de gezinnen te versterken. Wanneer het mogelijk is, gaan de kinderen terug naar huis. Om dit doel te bereiken, werk ik, samen met mijn kernteam, nauw samen met ouders. We werken aan familieherstel en het aanleren van (opvoed)vaardigheden zodat de ouders kunnen groeien en de kinderen uiteindelijk weer veilig terug naar huis kunnen.

Het leven als een gezinshuisouder

Als gezinshuisouder is geen dag hetzelfde, vertelt Gerlinde: “De ochtend begint vroeg met alle pubers op tijd op school krijgen, daarna heb ik regelmatig gesprekken buitenshuis met Jeugdbescherming, scholen en ouders. Of breng ik een kind naar therapie. Daarnaast werk ik nauw samen met mijn kernteam, bestaande uit een ambulant begeleider en gedragswetenschapper. Zij zijn betrokken bij mijn gezinshuis en we bespreken regelmatig de voortgang van de gezinshuiskinderen. ”Als gezinshuisouder sta je dus niet alleen voor de begeleiding van de gezinshuiskinderen. Samen met mijn kernteam bieden wij professionele ondersteuning en voeren we gesprekken met de kinderen en hun ouders. Het kernteam geeft mij advies en denkt mee over complexe casussen.”

Als gezinshuisouder biedt je dag en nacht een veilig en warm thuis. Hierover vertelt Gerlinde: “Ik ondersteun de gezinshuiskinderen op verschillende vlakken. Ik stimuleer ze om naar school te gaan, een bijbaantje of hobby te zoeken en te werken aan sociale vaardigheden. Ik breng ze ook andere vaardigheden bij zoals leren sparen, op tijd opstaan en afspraken nakomen. Daarnaast werk ik aan vertrouwen en eerlijkheid en ga vooral in gesprek met de pubers. Ik weet bijvoorbeeld dat sommigen in mijn gezinshuis vapen of blowen. Ik ga het niet meteen verbieden, maar praat met ze over veiligheid; waar koop je het? En is dit een veilige plek om bijvoorbeeld ’s avonds in het donker naartoe te gaan?  Ik wijs ze op de risico’s, gevaren voor hun gezondheid en hoe je dingen ook anders kan oplossen.”

Openheid en eerlijkheid zijn erg belangrijk in het gezinshuis van Gerlinde: “Ik wil dat kinderen hier alles kunnen vertellen, zonder oordeel. Of het nu gaat over puberproblemen, schoolstress, vriendschappen, familie, ruzies, geldzaken of lastige keuzes: wij praten erover. Ik wijs niet met een vingertje, maar ga juist het gesprek aan, zodat ze leren nadenken over hun eigen handelen of aandeel en dat ze leren van de keuzes die ze maken. Openheid en vertrouwen vormen de basis van ons gezinshuis.”

Werk-privébalans

Werken als gezinshuisouder is elke dag een uitdaging, maar het is ook enorm dankbaar werk. Gerlinde vertelt: “Het is zo mooi dat we kunnen werken aan familieherstel en dat familiebanden tussen ouder en kind worden hersteld. Wanneer een kind na een periode in het gezinshuis gewoond te hebben weer veilig terug naar huis kan, geeft dat een enorm goed gevoel. Het is een mijlpaal voor het kind, voor de ouders, het kernteam en het gezinshuis en ik geniet daar zo van!”

Gerlinde leert iedere dag iets nieuws: “Elk kind heeft zijn eigen rugzak, met unieke uitdagingen en problemen. Daarom blijf ik lezen, en blijf ik het volgen van trainingen en scholing belangrijk vinden. Via de Jeugdformaat Academie en Simba-trainingen blijf ik groeien in mijn vak en kan ik de kinderen de begeleiding bieden die ze nodig hebben.

Tussen alle afspraken door probeert Gerlinde ook tijd voor zichzelf te nemen door te sporten, wandelen of schilderen: “Even tot rust komen is belangrijk. Het is een intensieve baan, het gaat 24 uur per dag door. Er zijn geen standaardwerkuren en dat moet je leren managen. Natuurlijk heb ik ook vakantiedagen en ben ik om het weekend vrij. Dat is fijn, even rust en alle tijd en aandacht voor mijn eigen gezin.”

Gezinshuisouder zijn is intensief werk, want werk en privé lopen volledig door elkaar. Maar dit geeft Gerlinde juist veel voldoening: “Je ziet kinderen en gezinnen vooruitgaan, en je weet dat je daarbij een verschil maakt. Het is een baan die alles vraagt: energie, geduld, empathie, flexibiliteit. Maar het geeft je ook zoveel: verbondenheid, trots, vreugde en het idee dat je echt iets bijdraagt aan het leven van kinderen en gezinnen.”

Deze nieuwsberichten vind je misschien ook interessant