Meidenvenijn is niet fijn
Roddelen, buitensluiten of negeren: meidenvenijn kan veel impact hebben op het welzijn van meisjes in de klas.
De interventie Meidenvenijn is niet fijn helpt om dit gedrag te doorbreken en samen te bouwen aan een positieve, veilige sfeer waarin alle meisjes zichzelf kunnen zijn.
Voor wie is Meidenvenijn is niet fijn?
De interventie richt zich op meisjes van 9 tot en met 15 jaar in het primair en voortgezet onderwijs.
De training wordt ingezet in klassen waar sprake is van relationeel pesten, zoals:
- roddelen,
- uitsluiten,
- negeren,
- of intimidatie.
De intermediaire doelgroep zijn begeleiders die de interventie uitvoeren, zoals leerkrachten, intern begeleiders, orthopedagogen, vertrouwenspersonen en zorgcoördinatoren.
Inhoud
Het hoofddoel van Meidenvenijn is niet fijn is het verminderen of stoppen van meidenvenijn en het creëren van een prettig en veilig sociaal klimaat in de klas.
De lessen richten zich op drie belangrijke pijlers:
- Bewustwording: meisjes leren herkennen wat meidenvenijn is en wat de gevolgen zijn.
- Attitude: het beïnvloeden van opvattingen en houding rondom meidenvenijn.
- Vaardigheden: meisjes leren hoe ze met meidenvenijn kunnen omgaan en positief contact kunnen onderhouden.
De lessen zijn praktisch en interactief, met uitleg, voorbeelden, werkboekopdrachten en rollenspellen. De thema’s van de vier bijeenkomsten zijn:
- Kwaliteiten en vriendschappen
- Meidenvenijn
- Denken en doen
- Actie!
Door deze thema’s te verkennen, leren meisjes elkaar beter begrijpen, verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag en elkaar positief te versterken.
Duur en intensiteit
Alle meisjes uit de klas nemen deel aan de interventie. De lessen worden bij voorkeur gegeven door een opgeleide begeleider die de meisjes nog niet kent, met ondersteuning van de eigen leerkracht of mentor.
De reeks bestaat uit vier lessen van 2,5 uur. Daarnaast kunnen scholen kiezen voor een teamworkshop en/of een ouderbijeenkomst als aanvulling op het programma.