Gedragswetenschapper behandelt een negatief zelfbeeld

Gepubliceerd op: 09 maart 2023

Onze gedragswetenschappers begeleiden dagelijks kinderen en jongeren met verschillende, uiteenlopende problematieken. Ze voeren gesprekken, diagnosticeren, bepalen geschikte interventies en voeren behandeltrajecten uit. Veel van hen zijn gespecialiseerd in specifieke problematieken of behandelingen. Jeugdhulp verlenen doen we samen en van elkaar leren maakt ons sterker. Daarom delen onze gedragswetenschappers hun kennis, ervaringen en tips over een veelvoorkomende problematiek. Vandaag behandelen gedragswetenschappers Lidwien en Marleen een negatief zelfbeeld.

De problematiek

Het ene kind is gevoeliger dan het andere kind. Ieder kind is wel eens onzeker, maar bij sommige kinderen kan het zich ontwikkelen tot een negatief zelfbeeld. We spreken van een negatief zelfbeeld wanneer een kind of jongere een negatieve kernovertuiging over zichzelf heeft, zich snel onzeker of minderwaardig voelt en daardoor belemmerd wordt in zijn of haar functioneren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan faalangst, perfectionisme, het uit de weg gaan van sociaal contact of somberheidsklachten.

Gedragswetenschapper Lidwien legt uit: ‘Een kind wordt niet geboren met een negatief zelfbeeld. Door ervaringen in het contact met anderen en/of door bepaalde gebeurtenissen, ontwikkelt een kind ideeën over zichzelf, anderen en de wereld. Dit noemen we kernovertuigingen. Onveilige hechting en pestervaringen kunnen bijvoorbeeld leiden tot negatieve kernovertuigingen. Hierdoor kan bij het kind bijvoorbeeld het idee ontstaan dat hij of zij niet goed genoeg is of niet belangrijk.’ Gedragswetenschapper Marleen licht toe: ‘De oorzaak van een negatief zelfbeeld is niet altijd even duidelijk. Wanneer iemand gevoelig aangelegd is, kan een negatief zelfbeeld in de pubertijd meer tot ontwikkeling komen. Dit ontstaat vaak tijdens de bovenbouw op de basisschool. Vergelijken met anderen gaat een grotere rol spelen en er wordt meer op prestatie en resultaten gelet. Leeftijdsgenoten worden belangrijker in het leven en een kind wordt meer zelfbewust. Ook factoren zoals ADHD of autisme kunnen een rol spelen. Soms wordt dit pas later duidelijk en is het kind wel al meerdere jaren aangesproken op het ongepaste of storende gedrag, terwijl het kind daar weinig invloed op heeft. Ook dit kan leiden tot een negatief zelfbeeld.’

De behandelaanpak

Een kind komt terecht bij een gedragswetenschapper wanneer het negatieve zelfbeeld zorgt voor belemmering in het dagelijks functioneren. Voorbeelden van signalen dat er sprake zou kunnen zijn van een negatief zelfbeeld zijn:

  • Een kind trekt zichzelf terug en komt somber over
  • Een kind durft geen mening te geven of een vraag te beantwoorden in de klas
  • Grenzen worden niet aangegeven en een kind komt niet voor zichzelf op
  • Een kind heeft meer aandacht voor het negatieve dan voor het positieve. 

Over de behandelaanpak vertelt Marleen: ‘Het uitgangspunt van de behandeling is vaak de cognitieve gedragstherapie. Cognitieve gedragstherapie richt zich op de samenhang tussen gedachten, gevoelens en gedrag. Op cognitief niveau kun je – om een negatief zelfbeeld aan te pakken – bijvoorbeeld aan de slag gaan met het sterker maken van positieve gedachten.’ Het sterker maken van positieve gedachten gaat kortgezegd in drie stappen:

Stap 1: In gesprek gaan met het kind over waar de onzekerheid vandaan komt. We brengen in kaart wat de belangrijkste negatieve gedachten zijn.

Stap 2: De negatieve gedachten uitdagen en minder sterk maken door middel van vragen zoals: is de gedachte die jij over jezelf hebt echt waar? Hoeveel bewijs heb je voor die gedachte? Wat is het ergste wat er kan gebeuren?

Stap 3: Tot een nieuwe, meer helpende gedachte komen, die het kind op moeilijke momenten in kan zetten.

Ook maken de gedragswetenschappers vaak gebruik van COMET: Competitive Memory Training. COMET is gericht op het trainen van het brein om positief te kunnen denken en positieve gevoelens op te roepen. Wanneer je positieve gedachten sterker maakt, ga je de strijd aan met de negatieve gedachten. Lidwien legt uit: ‘Zelf gebruik ik altijd het voorbeeld van een maisveld: er is één pad waar de tractor altijd overheen gaat. Je kunt wel een nieuw pad aanleggen, maar dat gaat niet gemakkelijk. De tractor wil in eerste instantie toch graag over het makkelijke en snelle pad. Zo werkt het ook in ons brein. Als je geneigd bent om snel negatief te denken, is dat het makkelijke pad in je brein. Je kunt wel een nieuw pad aanleggen van positieve gedachten, maar dat kost tijd en moeite.’

De aanpak van Lidwien en Marleen

Om het positief denken te trainen maken Lidwien en Marleen vaak gebruik van het positief dagboek. Hierover legt Marleen uit: ‘Een kind moet iedere dag drie dingen opschrijven waar hij of zij trots op of tevreden over is. Dit kost kinderen in het begin vaak moeite, maar door te oefenen wordt dit op een gegeven moment makkelijker. Waar mogelijk of gewenst betrekken we ouders hier ook bij. We vragen ouders dan bijvoorbeeld om het positief dagboek samen met het kind in te vullen.’

In de beginfase van de behandeling zetten Lidwien en Marleen ook vaak het kwaliteitenspel in. Het kind kiest dan uit een aantal kaartjes en kwaliteiten die hij of zij bezit. Het is vaak een leuk startpunt en voor het kind een voorbeeld om je ook te richten op het positieve. Daarnaast is een onderdeel van COMET dat het kind positieve eigenschappen gaat koppelen aan specifieke herinneringen. Lidwien vertelt: ‘Een kind is bijvoorbeeld grappig. Dan vragen we: wat is een herinnering waarin je grappig was of mensen om jou moesten lachen? Wat zag je op dat moment, wat hoorde je en hoe rook het? Deze herinnering roepen we dan tijdens de sessies op. Het kind gaat thuis ook oefenen met het oproepen van de herinnering en het fijne gevoel. Dit gevoel koppelen we soms ook aan een liedje. Het wordt vervolgens steeds makkelijker om het positieve gevoel op te roepen; na een poosje is de herinnering niet meer nodig of geeft alleen het luisteren van het liedje al een goed gevoel.’

Tips van Lidwien en Marleen

  • ‘Wanneer je merkt dat jouw kind last heeft van negatieve gedachten en gevoelens kan je zelf het positief dagboek toepassen. Ondersteun door te vragen waar je kind trots op is. Richt deze vraag niet alleen op prestaties, maar ook op gedrag, intenties of inzet.’
  • ‘Daag het kind uit om angsten en onzekerheden aan te gaan. Wanneer een kind zelf niks durft te bestellen in een restaurant, lijkt het een makkelijke oplossing om zelf de bestelling door te geven. Een tip is om niet mee te gaan in dit vermijdingsgedrag. Op korte termijn lijkt het voor het kind doen de beste oplossing, maar zo blijft de onzekerheid in stand.’
  • ‘Wanneer je een kind aanspreekt op het gedrag, maak dan duidelijk dat je het gedrag afkeurt en niet het kind zelf.’
  • ‘Als docent kan je een kind met een negatief zelfbeeld helpen door de kwaliteiten te benadrukken. Laat het kind een vraag beantwoorden wanneer je weet dat hij of zij het antwoord weet. Dit kan bijdragen aan zelfverzekerdheid in de klas.’
  • ‘Geef het kind ruimte om te praten over zijn onzekere gevoelens en gedachten. Probeer het niet altijd meteen op te willen lossen of het kind gerust te stellen, bijvoorbeeld door zinnen als ‘het komt wel goed’ of ‘je hoeft niet onzeker te zijn’.

Als een ouder of leerkracht dit herkent in een kind, waar kan het kind dan aangemeld worden?

Aanmeldingen bij Jeugdformaat gaan via een verwijzer. Een verwijzer is bijvoorbeeld de huisarts, de gemeente of het CJG (het Centrum Jeugd & Gezin). Vanuit school kunnen intern begeleiders, schoolmaatschappelijk werkers of zorgcoördinatoren helpen bij de aanmelding. 

Wil je meer informatie over jeugdhulp op school?
Dutch
English

Onze hulp

Ambulante hulp in het gezin

Eerstelijns ondersteuning aan gezinnen door onze gezinscoaches. Ze bekijken samen met de jongeren en hun ouders welke problemen er spelen en wie hierbij kan helpen.

Ambulante spoedhulp

Als de veiligheid van een kind acuut in gevaar komt, dan de-escaleren en stabiliseren wij met ambulante spoedhulp de crisissituatie. Zodat de veiligheid van het kind weer gewaarborgd wordt.

Jongeren coaching

Ondersteuning en begeleiding voor jongeren bij de uitdagingen die zij dagelijks ondervinden. We versterken hun competenties en praktische vaardigheden die ze nodig hebben om op eigen benen te kunnen staan.

VUHP

Praktische en intensieve ondersteuning op maat om er voor te zorgen dat kinderen veilig thuis kunnen blijven wonen

Daghulp

Specialistische integrale behandelprogramma’s voor kinderen met complexere problematieken. Deze programma’s worden in overleg met ouders en school, kinderdagverblijf of sportclub afgestemd en op maat gemaakt voor het kind.

OJ

Voorkomt verder vastlopen in het onderwijs voor leerlingen ( 8 – 18 ) met gedragsproblemen, depressiviteit, angstklachten, eetproblemen, negatief zelfbeeld, agressie of lichamelijke klachten zonder medische oorzaak.

Ouderschap Blijft / Parallel Solo Ouderschap

Bij ontwikkelingsproblemen van kinderen die een scheiding hebben gemaakt. Wie bieden ondersteuning bij het oplossen van conflicten, het maken van goede afspraken en het verbeteren van de communicatie tussen de ouders.

Begeleide bezoeken

Wanneer een kind uit huis is geplaatst.

Pleegzorg

Pleegzorg betekent dat een kind tijdelijk in een ander gezin gaat wonen, bij pleegouders. Er zijn verschillende vormen voor diverse situaties afhankelijk van de behoefte van het kind.

Verblijf in een gezinshuis

Als gedragsproblemen bij een kind of jongere zo heftig zijn dat thuis en in een pleeggezin wonen niet meer kan. Bij deze opvang is er intensieve begeleiding van een professionele hulpverlener: de gezinshuisouder.

Verblijf in een residentiële voorziening

Hier krijgen kinderen en jongeren de kans om op een rustige en veilige plek te werken aan hun toekomst. Wij bieden verschillende vormen van opvang in een residentie afhankelijk van de behoefte.

HGD / Uitgebreide intake

Staat voor Handelingsgerichte Diagnostiek en is een uitgebreide intake.

Diagnostiek en behandeling

Wanneer jongeren van twaalf jaar en ouder extra structuur en begeleiding nodig hebben. Dit gebeurt i.s.m. GGZ en LVB-experts.